In het onderzoeksrapport ‘Vergelijkend onderzoek houten en kunststof pallets’ zijn aspecten als kunststof recycling foutief ingeschaald. Hierbij is niet gekeken naar de praktijksituatie, waarin meer dan 80% van de kunststof poolpallets wordt gerecycled. Er is gerekend met 5% recycling, 85% verbranding en zelfs met 10% stort, die geheel verboden is. Verder zijn er foutieve aannames gedaan over de uitvalpercentages d.w.z. schades. Het LCA-onderzoek is ervan uitgegaan dat de uitval van hout dubbel zo hoog is als van kunststof. Dit moet echter met een factor 4 verhoogd worden. Ofwel, waar houten pallets een uitvalpercentage van 4% hebben, is dit voor kunststof poolpallets slechts 0,5%; een factor 8 minder. Hulkenberg heeft hiervoor praktijkgegevens aangeleverd over de uitval van kunststof poolpallets, die geanalyseerd zijn door het gerenommeerde Duitse onderzoeksbureau Fraunhofer.
De genoemde uitvalpercentages zijn gemiddelden. Hulkenberg benadrukt dat naast schades in diverse bedrijfstakken ook 'afkeur' van houten pallets een grote rol speelt. Vooral in de levensmiddelensector en in geautomatiseerde magazijnen speelt deze afkeur. Bij verpakte levensmiddelen mag hout nog deels worden ingezet, maar dan zonder breuk en schimmelaanslag. Dit levert echter een hoge houtafkeur op in deze toepassingen. Hetzelfde geldt voor bv. shuttle-magazijnen. Hier kunnen losse palletdelen voor veel storingen zorgen. In deze omgevingen wordt daarom vaak de keus gemaakt voor maatvaste en splintervrije kunststof pallets.
CE-Delft constateerde bovendien dat er in het LCA-onderzoek bij houten pallets is gewerkt met een ongebruikelijke rekenmethodiek voor de schaduwkosten van landgebruik. Daarnaast is bij houten pallets gerekend met duurzaam beheerd hout zonder negatieve effecten van ontbossing. Dat geldt echter zeker niet voor alle houten pallets op de Nederlandse markt.